Door Gary Sheikkariem, verslag bijeenkomst van 12 december 2011 

Oeps. Zit ik dan. Weken te laat bezig een stukje te creëren over mijn ervaring bij De Universiteit. Na eerdere beloften (sorry Marien) is het nog steeds niet gelukt. Het is zelfs zo ver gekomen dat Tijmen me heeft moeten lokken met een heerlijk etentje. Om vervolgens, in plaats van een toetje, mij achter een laptop te plaatsen. Want er moet iets getikt worden! En terecht.

Maar zelfs hier lukt het niet direct om iets op het virtuele papier te zetten. Alle ideeën die ik had om iets op te schrijven lijken geen recht te doen. Geen recht aan hoe ik mijn ene avondje De Universiteit beleefd heb. Alle ideeën die ik tot nu toe heb gehad zijn of een klinische beschrijving van wat we hebben gedaan (er waren uiteenlopende presentaties en daarna hebben we met elkaar gepraat), of klinken me te zoetsappig in de oren (iedereen durfde heel erg open zijn en daardoor konden we inspireren en van elkaar leren). 

Toen snapte ik het ineens. Ik kan niet op papier uitleggen hoe De Universiteit voor mij was. Het was een bijzondere avond en ik ben zeker van plan er vaker heen te gaan. Maar je moet het zelf doen. Daar zelf zijn. Alleen door jezelf te geven kan je tappen uit die poel van energie en inspiratie. Het doet me denken aan de videoclip van Arcade Fire bij het nummer We used to wait. Toen ik ervan hoorde dacht ik: interessant. Toen ik het voor het eerst zag en deed dacht ik: wow. Supermooi hoe zij erin zijn geslaagd om mijn beleving van hun muziek te vertalen naar visuals. Maar ik dwaal af.

Ik wil namelijk toch nog proberen iets inhoudelijks over de avond te zeggen. Volgens mij waren alle aanwezigen het erover eens dat een terugkerend thema het kind was. Wel zo toepasselijk aangezien De Universiteit draait om het nieuwe leren. Immers, leren = kind. Althans, zo heeft het als kind eigenlijk altijd in mijn hoofd gezeten. Totdat ik ontdekte dat werken = leren ook best mogelijk is. Sterker nog, dat het ideale werken (het thema van de eerste reeks van De Universiteit) voor mij niet mogelijk is zonder dat ik blijf leren. Maar dat wist ik al. Wat ik nog niet wist, is dat ik het kind in me kwijt wil in mijn werk. Werken = kind. Die twee had ik in mijn hoofd nog nooit bij elkaar gebracht (associaties over kinderarbeid daargelaten). Terwijl de dingen die ik het leukst vind om te doen (dromen, ontdekken, samen spelen) juist kinderlijk van aard zijn. Waarom zou ik dat dan niet in een werkomgeving kunnen doen?

Best een waardevolle les voor één avond.