Loraine:             Meneer Durkheim, vertel eens. Ik ben wel benieuwd. De sociale cohesie in relatie tot het individu. Er komt de laatste tijd weer zoveel nieuws op me af en dat weer in relatie tot het collectief. Het heeft me weer eens aan het denken gezet. Hoe werkt het ook alweer.  

Durkheim:         Joh Loraine, wat leuk! Dat is lang geleden. Hoe is het met je?

Loraine:             Ja, wel goed! Laatste tijd leuke dingen aan het doen en de zomer is in aantocht. Ga binnenkort ook nog naar Zweden. Ben je daar wel eens geweest? Maar uhm, ja. Vertel nou!

Durkheim:         Maar kindje toch, weet je het nou nog steeds niet. Je hebt nota bene een antropologische studie achter de rug! Ik ben de grondlegger van de sociologie!  

Loraine:            Ja ja, maar dat is inmiddels alweer een beetje vervlogen. Ik werk nu weet je, dan ben ik niet meer dagelijks met deze materie bezig. En daarbij, de wereld is zo veranderlijk. Op een gegeven moment verlies je het overzicht.

Durkheim:         Ach zo. Nou, vooruit dan zal ik het nogmaals toelichten. Wat ik in mijn studies hebt gedaan is mezelf altijd de volgende vraag stellen: ‘Hoe kunnen we verklaren dat de samenleving een geïntegreerd geheel vormt?’. Gedurende mijn onderzoek heb ik vooral gekeken naar de verschillen tussen de moderne en pre-moderne samenleving en ben tot de conclusie gekomen dat het collectief niet alleen bepaald wordt door zijn individuen. Het is veel meer. Het collectief moet gezien worden als een zelfstandige werkelijkheid. Een zelfstandige werkelijkheid waarin sociale feiten gelden zoals regels en overtuigingen oftewel  voorstellingen van een bepaald idealisme dat een collectief bewustzijn bewerkstelligd. Dit creëert onderlinge solidariteit waarmee sociale cohesie bereikt wordt.

Loraine:             Ok, duidelijk. Dus eigenlijk zeg je dat we de samenleving als een holistisch gegeven moeten zien?

Durkheim:             Juist!

Foucault:             Ho Ho!! Mag ik even interrumperen! Ik wil daar wel even een kanttekening bij plaatsen!

Loraine:             Hé wat leuk. Jij hier! Wat gezellig. Ja, kom erbij!

Foucault:             Die sociale feiten waar jij het over hebt, het kan dan wel voor sociale cohesie zorgen maar ze zijn tegelijkertijd ook problematisch.

Loraine:             O, hoezo dan?

Foucault:             Nou, in feite zijn het gewoon machtsconstructies waar wij als individuen aan moeten gehoorzamen. Het zijn opgelegde regels die een bepaald wereldbeeld schetsen. Sterker nog, een beperkt wereldbeeld met als resultaat dat we onszelf beperken in onze individuele vrijheid. Dat is niet ok!

Durkheim:             Maar meneer Foucault, u ziet het wat negatief. We hebben juist normen nodig. Zeker wanneer er sprake is van een toenemende sociale differentiatie in een voortdurend veranderende maatschappij. Het collectief bewustzijn staat dan onder druk! Om het continuüm van solidariteit en sociale cohesie te waarborgen hebben we dan juist richtlijnen nodig. Normen en waarden zijn daar uitermate geschikt voor. Het is de morele basis! 

Foucault:             Hou toch op normen en waarden. Ik kan er pissig om worden. Het is een constructie,  het impliceert een bepaalde ‘waarheid’. Een constructieve ‘waarheid’ waar we sociale systemen op baseren en reguleren. Het voelt allemaal wel vertrouwd, maar ja, wat wil je anders als je in een ‘gesloten inrichting’ opgroeit. Nee, we moeten ons juist losmaken van dit stramien. We leven anders in een illusie!

Durkheim:             Hoezo illusie? U moet zich wel beseffen dat wij mensen sociale dieren zijn. We zijn voor een groot deel afhankelijk van elkaar. We dienen dan juist gedeelde waarden en normen te hebben. Dit ter bevordering van het grotere geheel. Dat betekent niet dat we onvrij zijn, kijk alleen al hoe verschillend we zijn. Maar juist het besef dat we elkaar in onze verschillende capaciteiten kunnen aanvullen creëert solidariteit, gemeenschappelijk sentimenten en opvattingen.

Foucault:             O ja, ik begrijp heus wel wat u zegt, maar het echte vrijheidsdenken wordt nog teniet gedaan. U heeft het over de mens en zijn relaties in brede zin. Maar u ziet niet in dat binnen deze relaties ook het begrip ‘macht’ centraal staat. Macht niet alleen uitgeoefend door normen en waarden maar ook systemen die daar uit kunnen voortvloeien. Kijk alleen al naar onze wetten of de inrichting van de staat. Welke normen en waarden liggen daar wel niet aan ten grondslag? Zelfs de taal is een systeem van tekens dat wordt toegepast op de ‘werkelijkheid’. Begrijp me niet verkeerd hoor, het is ook wel handig. Ons bestaan kan er enigszins betekenisvol door worden. Maar in onze existentie oftewel ons bestaan, betekent het ook dat we keuzemogelijkheden hebben. Het problematische van machtconstructies is dat ze ons juist beperken in onze keuzemogelijkheden. Heck! Ze kunnen zelfs verloren gaan! Dit willen we toch juist niet? Nee, de mens moet zich blijven transcenderen, zichzelf overstijgen. Ik pleit daarom voor vrijheidsdenken voor allen! De mens moet zijn eigen leven ethisch en spiritueel kunnen vormgeven. Ethisch omdat het draait om het handelen in het hier en nu in relatie tot de medemens. Spiritueel omdat je het leven zelf moet kunnen vormgeven. Het gaat om de eigen interpretaties van de morele codes. Die richten het leven praktisch in. Maar dat vergt wel de sociale vrijheid om dit te kunnen doen!

Haidt:             Heren, als ik dan ook nog even mag inhaken. MORAAL! We moeten kijken hoe we moraal beredeneren, hoe onze emoties en intuïtie hier aan ten grondslag liggen en hoe we van daaruit moralistisch oordelen. Dat is de basis van de sociale interactie!

Maslow:          Oi! Op welk behoefteniveau zitten we nu?

Loraine:             Ho! Stop maar, zo is het wel genoeg! Het begint me alweer te dagen waarom ik zo psychisch werd van  het identiteit versus differentiatiedenken onderscheid en alles wat daar aan ten grondslag zou kunnen liggen. Je krijgt er een analysis paralysis syndroom van. Volgens mij is hier sprake van een uit de hand gelopen hobby. Weet je waar ik voor pleit. Gewoon DOEN! Gooi er, op zijn ‘grieks gezegd’, wat aardse elementen in! Hoe wil je anders integriteit, respect en verantwoordelijkheidsbesef voor de kwaliteit in jezelf of anders voor de samenleving en de wereld bewerkstelligen. Naast de theorieën zijn, naar mijn mening, ook ervarings-verbonden inzichten cruciaal! De theorie en praktijk wijkt altijd van elkaar af. Vraag maar aan het MKB! Nee, als je echt verbanden wilt leggen tussen onze hoogste menselijke waarden, normen en kwaliteiten en de sociale aard van ons mens-zijn, stel ik voor dat jullie eens naar De Universiteit komen. Ik weet zeker dat er facetten van jullie werken altijd terugkomen in de onderwerpen die daar behandeld worden. Wellicht dat er zich dan nieuwe dimensies voordoen die de theorieën uitbreiden, linken maar vooral middels beleving en ervaring praktisch implementeerbaar maken. Noem het maar theorieën prototyperen. Dit komt de kwaliteit altijd ten goede.

 

 Door: Loraine Schuijt